REMSCHIJVEN PROBLEEMOPLOSSINGSKAART
REMSCHIJVEN
ONJUISTE ASSEMBLAGE 1
UITERLIJK
Vervorming van het contactvlak met de naaf, en/of scheuren rond de bevestigingsgaten
OORZAAK
Onjuiste aandraaivolgorde. Onvoldoende aandraaimoment gebruikt
EFFECT
Trilling, met name bij de eerste indrukken van de rempedaal
OPLOSSING
Vervang de remschijven en volg de juiste bevestigingsvolgorde en de door de fabrikant aanbevolen aandraaimomenten
ONJUISTE ASSEMBLAGE 2
UITERLIJK
Contactvlak met de naaf is losgeraakt of vervormd
OORZAAK
Overmatig aandraaien en niet hanteren van de door de fabrikant aanbevolen aandraaimomenten en volgorde tijdens het aandraaien
EFFECT
Losraken van het contactvlak van de schijf. Volledig remfalen
OPLOSSING
Volledige inspectie van het remsysteem en de bijbehorende onderdelen. Vervang defecte onderdelen en monteer nieuwe remschijven en houd rekening met de door de fabrikant aanbevolen aandraaimomenten en volgorde tijdens het aandraaien
ONJUISTE ASSEMBLAGE 3
UITERLIJK
Blauwe vlekken en sommige delen van de remschijf zijn donkerder van kleur Tekenen van plaatselijke oververhitting
OORZAAK
Overmatige uitloop van de naaf. Ongelijkmatig contact van remschijf met remblok, hetgeen overmatige oscillatie produceert, wat leidt tot plaatselijke warmteontwikkeling – met als gevolg remschijfverkleuring (blauw worden).
EFFECT
Geleidelijke toename van lawaai en trilling
OPLOSSING
Corrigeer de uitloop van de wielnaaf en zorg dat deze binnen de juiste toleranties valt
ONJUISTE ASSEMBLAGE 4
UITERLIJK
Vervorming van het contactvlak met de naaf, en/of scheuren eromheen
OORZAAK
Te groot aandraaimoment gebruikt op de borgschroef
EFFECT
Trilling beginnend bij de eerste indrukken van de rempedaal
OPLOSSING
Vervang de remschijven en vermijd overmatig aandraaimoment. Borgschroeven zijn alleen bedoeld om er voor te zorgen dat de remschijven op de juiste plaats zitten
ONJUISTE ASSEMBLAGE 5
UITERLIJK
Vuil en/of roest op de naaf
OORZAAK
Vuil en/of roest op het oppervlak van de naaf kan leiden tot verkeerd uitlijnen tijdens het monteren, hetgeen leidt tot ongelijkmatig contact tussen de oppervlakken van het remblok en de remschijf en ongelijkmatige slijtage van de remschijf
EFFECT
Verschil in dikte van de remschijf, hetgeen leidt tot oscillatie van het oppervlak van de remschijf, met als gevolg lawaai en trilling. Het effect wordt met gebruik steeds groter
OPLOSSING
Haal de remschijf weg en reinig de oppervlakken van de wielnaaf en remschijf voorzichtig, en zorg dat roest en andere vuildeeltjes worden verwijderd. Controleer of het steunvlak niet vervormd of beschadigd is. Breng de remschijven weer aan en houd rekening met de door de fabrikant aanbevolen aandraaimomenten en volgorde tijdens het aandraaien
ONJUISTE ASSEMBLAGE 6
UITERLIJK
Losraken van de remschijfkap van het remvlak
OORZAAK
Mechanische stress vanwege verkeerd uitlijnen. Onjuiste assemblage of plaatsing van de remklauw en remschijf met als gevolg asymmetrische slijtage van het remvlak, hetgeen uiteindelijk in losraken resulteert
EFFECT
In het begin een hard lawaai en trilling tijdens het remmen, met volledig mechanisch falen na het losraken
OPLOSSING
Volledige inspectie van het remsysteem en de bijbehorende onderdelen. Vervang defecte onderdelen en monteer nieuwe remschijven en houd rekening met de door de fabrikant aanbevolen aandraaimomenten en volgorde tijdens het aandraaien. Voordat de remschijven worden gemonteerd dient het uitlijnen en de assemblage van de remklauw op de as te worden gecontroleerd
FALEN VAN BIJBEHORENDE ONDERDELEN 1
UITERLIJK
Groeven op de remschijf
OORZAAK
De diepe groeven worden veroorzaakt door losse schurende deeltjes tussen de remblokken en de remschijf. Het kan zijn dat er vreemde deeltjes van buiten het remsysteem binnentreden (weg, vuil, water) of van slecht gemengd frictiemateriaal
EFFECT
Lawaai tijdens het remmen en normaal rijden en lage remefficiëntie als gevolg van verminderd remcontactvlak
OPLOSSING
Vervang de remblokken en remschijven
FALEN VAN BIJBEHORENDE ONDERDELEN 2
UITERLIJK
Besmetting van het remschijfoppervlak – verglazen en/of donkere vlekken
OORZAAK
Afzetting van frictiemateriaal op het oppervlak van de remschijf. Dit geschiedt gewoonlijk als er remblokken van een slechte kwaliteit zijn gemonteerd
EFFECT
Trilling, slechte remefficiëntie, zware pedaalslag
OPLOSSING
Monteer alleen remblokken van een goede kwaliteit met frictiemateriaal dat past bij de rem en het voertuig
FALEN VAN BIJBEHORENDE ONDERDELEN 3
UITERLIJK
Ongelijkmatige slijtage van de remvlakken. Blauwe vlekken in het midden van het remvlak. Mogelijke scheurvorming
OORZAAK
Onjuiste assemblage van de remklauw en/of remblokken kunnen als gevolg hebben dat de remblokken zich op verschillende hoeken ten opzichte van de remschijf bevinden, waarbij elke kant op een andere snelheid slijt. De blauwe vlekken zijn, daar waar frictiecontact plaatsvindt, de oorzaak van ernstige plaatselijke oververhitting
EFFECT
Geleidelijk oplopende trilling als gevolg van warmteplekken. Waarschijnlijke vermindering van de remefficiëntie.
OPLOSSING
Controleer en, waar nodig, repareer de remklauw. Vervang de remblokken en controleer of het type en de vorm juist zijn voor toepassing
FALEN VAN BIJBEHORENDE ONDERDELEN 4
UITERLIJK
Ongelijkmatige slijtage van de remblokken. Grote slijtage van één remblok met minimale slijtage aan de andere kant
OORZAAK
Vastlopen van remklauw. Een remblok is in constant contact met de remschijf, hetgeen resulteert in slijtage van het remblok tot aan de metalen ankerplaat. De kant van het remblok die in contact komt met de ankerplaat is ernstig gegroefd, terwijl de andere kant van de remschijf en het andere remblok praktisch nieuw zijn
EFFECT
Doorlopend schuurgeluid, trilling en lage remefficiëntie. Mogelijke ongebalanceerde remactie, waarbij het voertuig naar een kant trekt
OPLOSSING
De remklauw moet worden gecontroleerd, vervangen of gerepareerd. Vervang waar nodig de remblokken en remschijven
MISBRUIK/THERMISCHE BESCHADIGING 1
ITERLIJK
Radiale breuken/blauwe vlekken overeenkomend met de ventilatieframes
OORZAAK
De blauwe vlekken zijn een symptoom van opkomende scheuren Deze worden veroorzaakt door metallurgische veranderingen in het oppervlakmateriaal, waardoor het hard en broos wordt. Dit is een typisch gevolg van het overbelasten van de remmen buiten de normale ontwerplimieten. Het kan het gevolg zijn van intensief of ongewoon remmen, bijvoorbeeld agressief rijden of te zware vracht
EFFECT
Remfading/verminderde remprestaties, lawaai, trilling
OPLOSSING
Vervang de remschijven, vermijd het misbruiken van het remsysteem en maak efficiënter gebruik van de uitlaatrem
MISBRUIK/THERMISCHE BESCHADIGING 2
UITERLIJK
De remschijven tonen kleuren van verschillende intensiteit en tinten (blauw, violet, goud)
OORZAAK
Slecht inlopen. Het is normaal op nieuwe installaties dat er lichte variaties op het oppervlak tussen het remblok en de remschijf zijn. Als de remmen niet goed ingelopen zijn, raken de oppervlakken waar frictie plaatsvindt oververhit, hetgeen leidt tot metallurgische verandering op het frictievlak
EFFECT
Slechte remefficiëntie als gevolg van verlaagde frictie. Er kan trilling plaatsvinden, hetgeen tijdens de levensduur van het remblok en de remschijf alleen maar erger wordt
OPLOSSING
Vervang de remschijven en houd rekening met de juiste inloopprocedure, d.w.z. matig het gebruik van de rem tijdens de eerste 200 kilometer
ABNORMALE SLIJTAGE 1
UITERLIJK
Overmatige slijtage. De remschijfdikte is minder dan de door de fabrikant aanbevolen minimumdikte
OORZAAK
De remschijven zijn niet regelmatig gecontroleerd of op het juiste moment vervangen
EFFECT
Verminderde prestaties, trilling en overmatig lawaai bij het remmen
LOSSING
Volledige inspectie van het remsysteem en de bijbehorende onderdelen. Vervang defecte onderdelen, monteer nieuwe remschijven en houd rekening met de door de fabrikant aanbevolen aandraaimomenten en volgorde tijdens het aandraaien. Zorg dat er in de toekomst controles en periodiek onderhoud wordt uitgevoerd
ABNORMALE SLIJTAGE 2
UITERLIJK
Overmatige slijtage van de remschijven met groeven in het oppervlak
OORZAAK
Overmatige of complete slijtage van remblokken heeft als gevolg dat de ankerplaat van de remblokken contact maakt met de remschijf (metaal op metaal), waardoor het oppervlak van de remschijf beschadigd raakt
EFFECT
Zeer lage remefficiëntie/verhoogde remafstanden en een schurend geluid
OPLOSSING
ervang de remschijven en de remblokken. Zie, waar van toepassing, of het waarschuwingslampje voor remblokslijtage juist werkt
ABNORMALE SLIJTAGE 3
UITERLIJK
Diepe groeven tussen de remschijfkap en het remschijfvlak
OORZAAK
Overmatige slijtage van remblokken en remschijven leidt tot bewegen van de ankerplaat binnen de remklauw. In dit geval is de ankerplaat van het versleten remblok losgeraakt van de zitting in de remklauw, hetgeen groeven tussen de remschijfkap en het remschijfvlak veroorzaakt
EFFECT
Zeer lage remefficiëntie met een lange pedaalslag en hevig lawaai
OPLOSSING
Vervang de remschijven en de remblokken. Controleer en, waar nodig, repareer de remklauw
ONJUISTE ASSEMBLAGE 1
UITERLIJK
Vervorming van het contactvlak met de naaf, en/of scheuren rond de bevestigingsgaten
OORZAAK
Onjuiste aandraaivolgorde. Onvoldoende aandraaimoment gebruikt
EFFECT
Trilling, met name bij de eerste indrukken van de rempedaal
OPLOSSING
Vervang de remschijven en volg de juiste bevestigingsvolgorde en de door de fabrikant aanbevolen aandraaimomenten
ONJUISTE ASSEMBLAGE 2
UITERLIJK
Contactvlak met de naaf is losgeraakt of vervormd
OORZAAK
Overmatig aandraaien en niet hanteren van de door de fabrikant aanbevolen aandraaimomenten en volgorde tijdens het aandraaien
EFFECT
Losraken van het contactvlak van de schijf. Volledig remfalen
OPLOSSING
Volledige inspectie van het remsysteem en de bijbehorende onderdelen. Vervang defecte onderdelen en monteer nieuwe remschijven en houd rekening met de door de fabrikant aanbevolen aandraaimomenten en volgorde tijdens het aandraaien
ONJUISTE ASSEMBLAGE 3
UITERLIJK
Blauwe vlekken en sommige delen van de remschijf zijn donkerder van kleur Tekenen van plaatselijke oververhitting
OORZAAK
Overmatige uitloop van de naaf. Ongelijkmatig contact van remschijf met remblok, hetgeen overmatige oscillatie produceert, wat leidt tot plaatselijke warmteontwikkeling – met als gevolg remschijfverkleuring (blauw worden).
EFFECT
Geleidelijke toename van lawaai en trilling
OPLOSSING
Corrigeer de uitloop van de wielnaaf en zorg dat deze binnen de juiste toleranties valt
ONJUISTE ASSEMBLAGE 4
UITERLIJK
Vervorming van het contactvlak met de naaf, en/of scheuren eromheen
OORZAAK
Te groot aandraaimoment gebruikt op de borgschroef
EFFECT
Trilling beginnend bij de eerste indrukken van de rempedaal
OPLOSSING
Vervang de remschijven en vermijd overmatig aandraaimoment. Borgschroeven zijn alleen bedoeld om er voor te zorgen dat de remschijven op de juiste plaats zitten
ONJUISTE ASSEMBLAGE 5
UITERLIJK
Vuil en/of roest op de naaf
OORZAAK
Vuil en/of roest op het oppervlak van de naaf kan leiden tot verkeerd uitlijnen tijdens het monteren, hetgeen leidt tot ongelijkmatig contact tussen de oppervlakken van het remblok en de remschijf en ongelijkmatige slijtage van de remschijf
EFFECT
Verschil in dikte van de remschijf, hetgeen leidt tot oscillatie van het oppervlak van de remschijf, met als gevolg lawaai en trilling. Het effect wordt met gebruik steeds groter
OPLOSSING
Haal de remschijf weg en reinig de oppervlakken van de wielnaaf en remschijf voorzichtig, en zorg dat roest en andere vuildeeltjes worden verwijderd. Controleer of het steunvlak niet vervormd of beschadigd is. Breng de remschijven weer aan en houd rekening met de door de fabrikant aanbevolen aandraaimomenten en volgorde tijdens het aandraaien
ONJUISTE ASSEMBLAGE 6
UITERLIJK
Losraken van de remschijfkap van het remvlak
OORZAAK
Mechanische stress vanwege verkeerd uitlijnen. Onjuiste assemblage of plaatsing van de remklauw en remschijf met als gevolg asymmetrische slijtage van het remvlak, hetgeen uiteindelijk in losraken resulteert
EFFECT
In het begin een hard lawaai en trilling tijdens het remmen, met volledig mechanisch falen na het losraken
OPLOSSING
Volledige inspectie van het remsysteem en de bijbehorende onderdelen. Vervang defecte onderdelen en monteer nieuwe remschijven en houd rekening met de door de fabrikant aanbevolen aandraaimomenten en volgorde tijdens het aandraaien. Voordat de remschijven worden gemonteerd dient het uitlijnen en de assemblage van de remklauw op de as te worden gecontroleerd
FALEN VAN BIJBEHORENDE ONDERDELEN 1
UITERLIJK
Groeven op de remschijf
OORZAAK
De diepe groeven worden veroorzaakt door losse schurende deeltjes tussen de remblokken en de remschijf. Het kan zijn dat er vreemde deeltjes van buiten het remsysteem binnentreden (weg, vuil, water) of van slecht gemengd frictiemateriaal
EFFECT
Lawaai tijdens het remmen en normaal rijden en lage remefficiëntie als gevolg van verminderd remcontactvlak
OPLOSSING
Vervang de remblokken en remschijven
FALEN VAN BIJBEHORENDE ONDERDELEN 2
UITERLIJK
Besmetting van het remschijfoppervlak – verglazen en/of donkere vlekken
OORZAAK
Afzetting van frictiemateriaal op het oppervlak van de remschijf. Dit geschiedt gewoonlijk als er remblokken van een slechte kwaliteit zijn gemonteerd
EFFECT
Trilling, slechte remefficiëntie, zware pedaalslag
OPLOSSING
Monteer alleen remblokken van een goede kwaliteit met frictiemateriaal dat past bij de rem en het voertuig
FALEN VAN BIJBEHORENDE ONDERDELEN 3
UITERLIJK
Ongelijkmatige slijtage van de remvlakken. Blauwe vlekken in het midden van het remvlak. Mogelijke scheurvorming
OORZAAK
Onjuiste assemblage van de remklauw en/of remblokken kunnen als gevolg hebben dat de remblokken zich op verschillende hoeken ten opzichte van de remschijf bevinden, waarbij elke kant op een andere snelheid slijt. De blauwe vlekken zijn, daar waar frictiecontact plaatsvindt, de oorzaak van ernstige plaatselijke oververhitting
EFFECT
Geleidelijk oplopende trilling als gevolg van warmteplekken. Waarschijnlijke vermindering van de remefficiëntie.
OPLOSSING
Controleer en, waar nodig, repareer de remklauw. Vervang de remblokken en controleer of het type en de vorm juist zijn voor toepassing
FALEN VAN BIJBEHORENDE ONDERDELEN 4
UITERLIJK
Ongelijkmatige slijtage van de remblokken. Grote slijtage van één remblok met minimale slijtage aan de andere kant
OORZAAK
Vastlopen van remklauw. Een remblok is in constant contact met de remschijf, hetgeen resulteert in slijtage van het remblok tot aan de metalen ankerplaat. De kant van het remblok die in contact komt met de ankerplaat is ernstig gegroefd, terwijl de andere kant van de remschijf en het andere remblok praktisch nieuw zijn
EFFECT
Doorlopend schuurgeluid, trilling en lage remefficiëntie. Mogelijke ongebalanceerde remactie, waarbij het voertuig naar een kant trekt
OPLOSSING
De remklauw moet worden gecontroleerd, vervangen of gerepareerd. Vervang waar nodig de remblokken en remschijven
MISBRUIK/THERMISCHE BESCHADIGING 1
ITERLIJK
Radiale breuken/blauwe vlekken overeenkomend met de ventilatieframes
OORZAAK
De blauwe vlekken zijn een symptoom van opkomende scheuren Deze worden veroorzaakt door metallurgische veranderingen in het oppervlakmateriaal, waardoor het hard en broos wordt. Dit is een typisch gevolg van het overbelasten van de remmen buiten de normale ontwerplimieten. Het kan het gevolg zijn van intensief of ongewoon remmen, bijvoorbeeld agressief rijden of te zware vracht
EFFECT
Remfading/verminderde remprestaties, lawaai, trilling
OPLOSSING
Vervang de remschijven, vermijd het misbruiken van het remsysteem en maak efficiënter gebruik van de uitlaatrem
MISBRUIK/THERMISCHE BESCHADIGING 2
UITERLIJK
De remschijven tonen kleuren van verschillende intensiteit en tinten (blauw, violet, goud)
OORZAAK
Slecht inlopen. Het is normaal op nieuwe installaties dat er lichte variaties op het oppervlak tussen het remblok en de remschijf zijn. Als de remmen niet goed ingelopen zijn, raken de oppervlakken waar frictie plaatsvindt oververhit, hetgeen leidt tot metallurgische verandering op het frictievlak
EFFECT
Slechte remefficiëntie als gevolg van verlaagde frictie. Er kan trilling plaatsvinden, hetgeen tijdens de levensduur van het remblok en de remschijf alleen maar erger wordt
OPLOSSING
Vervang de remschijven en houd rekening met de juiste inloopprocedure, d.w.z. matig het gebruik van de rem tijdens de eerste 200 kilometer
ABNORMALE SLIJTAGE 1
UITERLIJK
Overmatige slijtage. De remschijfdikte is minder dan de door de fabrikant aanbevolen minimumdikte
OORZAAK
De remschijven zijn niet regelmatig gecontroleerd of op het juiste moment vervangen
EFFECT
Verminderde prestaties, trilling en overmatig lawaai bij het remmen
LOSSING
Volledige inspectie van het remsysteem en de bijbehorende onderdelen. Vervang defecte onderdelen, monteer nieuwe remschijven en houd rekening met de door de fabrikant aanbevolen aandraaimomenten en volgorde tijdens het aandraaien. Zorg dat er in de toekomst controles en periodiek onderhoud wordt uitgevoerd
ABNORMALE SLIJTAGE 2
UITERLIJK
Overmatige slijtage van de remschijven met groeven in het oppervlak
OORZAAK
Overmatige of complete slijtage van remblokken heeft als gevolg dat de ankerplaat van de remblokken contact maakt met de remschijf (metaal op metaal), waardoor het oppervlak van de remschijf beschadigd raakt
EFFECT
Zeer lage remefficiëntie/verhoogde remafstanden en een schurend geluid
OPLOSSING
ervang de remschijven en de remblokken. Zie, waar van toepassing, of het waarschuwingslampje voor remblokslijtage juist werkt
ABNORMALE SLIJTAGE 3
UITERLIJK
Diepe groeven tussen de remschijfkap en het remschijfvlak
OORZAAK
Overmatige slijtage van remblokken en remschijven leidt tot bewegen van de ankerplaat binnen de remklauw. In dit geval is de ankerplaat van het versleten remblok losgeraakt van de zitting in de remklauw, hetgeen groeven tussen de remschijfkap en het remschijfvlak veroorzaakt
EFFECT
Zeer lage remefficiëntie met een lange pedaalslag en hevig lawaai
OPLOSSING
Vervang de remschijven en de remblokken. Controleer en, waar nodig, repareer de remklauw